Proef: Dorstig
Wat heb je nodig?
- 3 dezelfde, doorzichtige glazen
- Viltstift
- Eetlepel
- Zand (zonder klonten of stenen)
- Aarde (zonder klonten of stenen)
- Grind
- Maatbeker
- Water
- Gele voedingskleurstof (te koop bij toko, kookwinkel of via internet)
Wat gebeurt er?
Materialen als zand, aarde en grind hebben kleine gaatjes waar lucht in zit. Sommige
gaatjes zijn zichtbaar en andere zijn zo klein dat wij ze niet kunnen zien. Als je water in de glazen giet, duwt het water de lucht uit de gaatjes. Daarom zie je belletjes verschijnen. De verschillende materialen zand, aarde en grind hebben gaatjes met verschillende groottes. Hoe groter de gaatjes en hoe meer gaatjes een materiaal heeft, hoe meer water er in de gaatjes kan. We noemen zo’n materiaal dan poreus. Het glas waar het water het laagst staat, bevat het meest poreuze materiaal en het glas waar het water het hoogst staat, het minst poreuze materiaal. Welk materiaal is dat?
Tip:
Vervang het gekleurde water in dit proefje door olie. Wat zie je gebeuren?